Geldrop-Mierlo, van thuiswever tot fabriceur

Verleden (ver)weven in heden

Schapen, heide en thuiswevers waren de basis voor de textielnijverheid in Geldrop-Mierlo. Na 1900 bloeide de textielindustrie op. Rokende schoorstenen, grote fabrieksgebouwen en het geluid van weefmachines gaven Geldrop omstreeks de eeuwwisseling het aanzien van een fabrieksplaats. Nu zijn de voormalige fabrieksgebouwen rijksmonumenten.

Onder de noemer ‘Verleden (ver)weven in heden’ wordt het boeiende textielverleden van Geldrop en Mierlo op allerlei manieren verteld en tastbaar gemaakt. In woord en beeld, maar ook fysiek door het aanleggen van wandel- en belevingsroutes. Kijk maar eens op verweven.nl.

En natuurlijk in het fraaie Weverijmuseum dat gevestigd is in de voormalige ‘Wollenstoffenfabriek A. van den Heuvel en Zoon’ in Geldrop.

Textielroute

Loop vanuit het Weverijmuseum de fraaie textielroute langs acht textielzuilen in en rond het centrum van Geldrop. Iedere zuil is uniek en bevat een spreekwoord uit de textielindustrie wat van toepassing is op de plek waar de zuil staat. Via een QR code lees je op locatie meer over onze textielgeschiedenis in een online magazine. Er is ook een kaart gemaakt met daarop alle locaties. Het magazine en de kaart kun je (ook) thuis bekijken via verweven.nl.

Wevers aan het woord

De textielhistorie is zichtbaar, maar ook zijn er nog wevers van toen trots over hun werk in de textiel vertellen. Op verweven.nl vind je alle verhalen. Hieronder alvast een voorproefje.

Piet Stoop vertelt…

“Mijn vader zei altijd: als je ergens gaat werken, dan niet te lang, want als je overal effe werkt, leer je overal wat. Zo kwam het dat ik als veertienjarig joch tot aan de diensttijd in veel verschillende bedrijven werkte. Autogeen lasser, monteur. Toen ging ik vrijwillig de marine in; afgeoefende stoom- en motormachinist was ik. Nee, geen tattoos. Daarna kon ik als leerling monteur bij Jansen de Wit in Geldrop aan de slag. Dat was een spinnerij. Daar werd het garen voor het weven gemaakt, de ‘voorbereiding’ zoals je dat zegt. Van monteur werd ik hoofdmonteur en de laatste acht jaar chef technische dienst. Dat had ik liever niet. Want dan komen ze van boven en beneden, dan zit je er tussenin. Ik kon met een regeling weg. Twee keer heb ik iemand uit de machines moeten halen. Tot voorbij de elleboog met de hand in de kammachine. En geen slachtofferhulp hoor. In het weverijmuseum zag ik mijn eerste weefgetouwen. Het épinglé getouw heb ik zelf in elkaar gezet, maar van inrijgen van een harnas heb ik geen verstand. Mijn hart ligt nog steeds bij de spinnerij. Ik zie de machines zo weer staan. Als er iets niet goed was zag ik het meteen. Strijkgaren en kamgaren, meer garens werden er niet gemaakt. Een wever begrijpt niet dat een spinner eerste klas garen moet leveren: ‘hedde kwaai garen, dan hedde kwaai doek!’ De spinnerijmachines van de ‘voorbereiding’ in het weverijmuseum horen bij mij. Zo voelt dat.”

Thomas van Hoek vertelt…

“Mijn opa werkte in de textiel. Al zijn zonen gingen ook in de textiel werken bij fabrieken als Van den Heuvel, Van Agt en Pessers. Later werkte mijn opa, mijn vader, mijn oom en mijn neef bij textielfabriek Van Moorsel in Eindhoven. Drie generaties dus! Mijn vader werkte als getouwsteller altijd in ploegendienst, waardoor ik hem weinig zag. Want als hij thuis zat, zat ik op school en wanneer ik thuis was, was mijn vader aan het werk. Toen Van Moorsel stopte, werden veel medewerkers overgeplaatst naar Artex in Aarle-Rixtel. Hier ging hij in het begin, vanuit Geldrop, dagelijks op zijn fiets naartoe. Later konden medewerkers per bus naar het werk. Ook ik werkte af en toe bij Artex in de vakanties. Normaal gesproken moesten vakantiewerkers schoonmaken of iets dergelijks. Toen ze zagen hoe serieus ik kon werken, hebben ze mij het onderhoud van de machines laten doen. Ons gezin woonde in een typische weverswoning in Geldrop. Daar woonde we met z’n vijven, ouders en drie kinderen. Ik, mijn broer en zus zijn niet in de textiel terecht gekomen. Mijn moeder was van nature erg zuinig met haar geld, maar zorgde er wel voor dat wij allemaal een goede opleiding konden volgen. We zijn ze tot op de dag van vandaag erg dankbaar hiervoor. Sinds mijn pensioen ben ik mij bezig gaan houden met de textielgeschiedenis van mijn familie. Zo ben ik ook op onderzoek uitgegaan naar het verleden van mijn tante, Miet Bakermans. Zij was de oudste zus van mijn moeder en werkte 51 jaar bij de Tweka. Een indrukwekkende mijlpaal!”

Weverijmuseum

In het Weverijmuseum Geldrop ervaar je met moderne en audiovisuele middelen de geschiedenis van de rijke textielhistorie van Geldrop-Mierlo in de 19e en 20e eeuw. Het museum is gehuisvest in een monumentaal fabrieksgebouw bij de Kleine Dommel, waarin vroeger de “Wollenstoffenfabriek A. van den Heuvel en Zoon’’ was gevestigd. Bij binnenkomst maak je direct kennis met het unieke waterrad uit 1874. In het Weverijmuseum wordt nog steeds geproduceerd. Hoor het ‘gekletter’ van de weefgetouwen die door vrijwilligers worden bediend of loop vanaf het Weverijmuseum de fraaie textielroute in en rond het centrum van Geldrop.

Adres
Molenstraat 21, 5664 HV Geldrop
040 286 35 74 www.weverijmuseum.nl

Openingstijden
Elke woensdag, zaterdag en zondag
Van 13.00 tot 17.00 uur